De luchtregeling gebruiken we om een homogene temperatuur te krijgen in de kas, waar nodig. Ook heel belangrijk is dat de lucht droog is met een relatieve vochtigheid van 40 – 60 %. Dit is belangrijk om schimmelziektes te voorkomen en om de plant de gelegenheid te geven om te kunnen verdampen. Dat is nodig voor de groei. Bij zaailingen mag de vochtigheid iets hoger zijn. Aangezien de planten ook behoefte hebben aan kooldioxide, CO2, is het gebruik van een luchtstroom ook prettig.
We maken ook gebruik van de afval lucht (ventilatielucht) van het huis. Bij aanwezigheid van meerdere personen, bevat het zo rond de 800 ppm CO2 terwijl het normaal rond de 400 ppm is. Door de lucht steeds te verversen garanderen we een continue aanvoer van CO2.
Omdat we alle planten van een geringe luchtstroom moeten voorzien, is een laminaire luchtstroom wenselijk. Dat bereiken we niet met ventilatoren die snel draaien in die ruimte. De luchtstroom uit de huiskamer zullen we door een soort filter moeten laten lopen waardoor de uittrede gelijkmatig is. De temperatuur van de lucht is rond de 20 °C, een mooi uitgangspunt. We kunnen ervoor kiezen om de lucht in een bepaald percentage te recirculeren of om het aan het eind van de kas meteen af te voeren. Het recirculeren heeft tot gevolg dat de luchtstroom hoger wordt.
De lucht zal afkoelen door de verdamping van de planten en uitstraling van de kas naar buiten en opwarmen door de ledverlichting en eventueel invallend zonlicht. De uittredende lucht bevat bij belichting meer zuurstof en minder CO2. De vraag is dan of we deze lucht weer in het huis moeten stoppen.
Als we nu eens uitgaan van een ventilatiesnelheid van 100 m3 per uur en een warmteproductie van 0,5 kW van de armaturen, dan is de opwarming 13,9 graden naar bijna 35 graden. (0,5 kW warmte ontstaat bij een vermogensopname van 1 kW – efficiency 50 %, de rest is licht). Dat wordt meer als de luchtstroom afneemt en omgekeerd. Daarnaast wordt een flink deel van het licht dat niet gebruikt wordt voor de fotosynthese alsnog omgezet in warmte. De verhouding is logischerwijs afhankelijk van de golflengte (kleur) van het licht. Wel dient opgemerkt te worden dat er natuurlijk tegelijkertijd een warmteafgifte is aan de wanden.
Eerdere berekeningen en metingen lieten zien dat het nauwelijks nuttig om deze thermische energie terug in huis te stoppen. De ventilator(en) kosten ook energie. Stoppen we dezelfde energie in de warmtepomp, dan hebben we meer opbrengst. Daarnaast maken deze ventilatoren ook enig geluid in huis.
Een probleem(pje) dat blijkt te ontstaan is het volgende: doordat de lucht afgezogen wordt uit het huis en deze door niet-geïsoleerde buizen door de grond lopen, koelt de lucht af. Dat op zichzelf is geen probleem maar door de afkoeling, in de winter, condenseert een deel van het vocht uit de lucht in de twee buizen. Met andere woorden, er komt water in de buizen te liggen. Dat bleek toch een aantal liters (5) water te zijn. Dit was een onverwacht effect. Het is eenvoudig op te lossen door met een stofzuiger (Kärcher) het water weg te zuigen. Conclusie één a twee keer per jaar controleren en zonodig het water afvoeren.
Een ander puntje dat ik verander is de ventilator voor algehele afzuiging, werkend op netspanning. Dit is een badkamer ventilator die behoorlijk veel herrie maakt. Daarnaast zit er een geïntegreerde timer in en dat is onhandig, niet uit te schakelen. De bedoeling was en is, is dat deze ventilator langdurig aangeschakeld kan worden om de temperatuur bij te regelen of de CO2 continu af te zuigen zonder dat er een groot vermogen nodig is. De ventilator zal slechts 6 W gebruiken. Om te zorgen dat de lucht gecontroleerd in of uit gaat moet de kas wat meer luchtdicht gemaakt worden. Dit komt ook de isolatie ten goede. Het afvoeren kan en moet ook zorgen dat er verse lucht (met CO2) aangevoerd wordt en tegelijk het vocht in de lucht wordt afgevoerd. Met metingen probeer ik dat in de gaten te houden.